Hier lees je wat de gang van zaken is als je spermadonor wil worden.
Eerst meld je je in één van de erkende centra aan als kandidaat-donor.
Je brengt bij die gelegenheid zeker je elektronische identiteitskaart mee.
Aan je mogelijke donorschap gaat een testfase vooraf.
1. Eerste bezoek aan de spermabank:
- je moet je enkele dagen onthouden. Niet klaarkomen is dus de boodschap,
- je krijgt een steriel potje waarin je het sperma moet opvangen, en
- je krijgt de beschikking over een apart kamertje om je ding te doen.
Het is belangrijk dat je het hele spermastaaltje opvangt: als dat niet het geval zou zijn, moet je dat melden bij afgifte van het potje.
2. In het laboratorium wordt een aantal tests gedaan om te onderzoeken of je sperma aan alle vereisten voldoet. De selectiecriteria zijn streng, bv. als het gaat over de invriesbaarheid van de zaadcellen.
3. Een week later kom je opnieuw langs om je resultaat te horen.
- Als dat OK is, lever je een tweede staaltje af (na de nodige onthouding), dat opnieuw onderzocht wordt.
- Dit keer wordt er ook een bloedafname gedaan en een urinestaaltje gevraagd. Beide staaltjes worden onderzocht.
- Je krijgt een afspraak voor een kort medisch onderzoek op een later tijdstip.
Op basis van alle onderzoeksresultaten beslist het centrum of je spermadonor kan worden.
Zo ja: een welgemeende proficiat.